80 jaar na zijn dood zal er in Utrecht op 25 februari 2025 een struikelsteen gelegd worden.
Achtergrond
Pierre Coronel is 26 december 1914 geboren in Ouder Amstel, een kleine gemeente vlakbij Amsterdam waar ook de eeuwen oude Joodse begraafplaats Beth Haim in Ouderkerk aan de Amstel is gelegen.
Hij volgde begin jaren dertig een marconistenopleiding. Na voltooing van deze opleiding kon hij er geen werk mee vinden en werkte enige tijd als assistent portier bij dagblad De Telegraaf en daarna onder andere als fietsenmaker.
In 1934 werd hij voor militaire dienst vanwege “zwakte; platvoeten voorgoed ongeschikt” verklaard. Hij woog toen 53 kg en was 1m65 lang.
Na een opfriscursus als marconist was hij enige tijd werkzaam voor Radio-Holland. Tot het begin van de oorlog voer hij als marconist op verschillende schepen en verbleef de eerste helft van 1938 in Willemstad op Curacao.
In 1939 trouwde hij met Milada Pokorny en ging wonen aan het Oudkerkhof 43 in Utrecht.
In 1941 verhuisden ze naar De Bilt (toen Weg naar Rhijnauwen 4N nu Vossegatsedijk 39 Utrecht) en werd het huwelijk weer ontbonden. Daarna woonde hij afwisselend in Utrecht en Amsterdam.
In 1942 werd hij in het kader van de arbeidsinzet verplicht tewerkgesteld in Ostfriesland in Duitsland. Op 12 oktober 1942 trachtte hij met een door hemzelf vervalst persoonsbewijs per trein terug naar huis te reizen. Bij een controle werd hij gesnapt en overgebracht naar een gevangenis in Oldenburg. Na enige maanden gevangen te hebben gezeten, werd hij weer tewerkgesteld. Op 15 maart 1943 wist hij opnieuw te vluchten en met succes naar Nederland terug te keren.
Verzetsactiviteiten
Terug in Nederland verleende Coronel hulp aan Joodse onderduikers in zijn woning aan de Weg naar Rhijnauwen in De Bilt. Daar verbleven tot wel 18 onderduikers tegelijkertijd in de woning waar ook zijn ex-vrouw permanent is blijven wonen.
In de loop van 1944 kwam hij in contact met de Radiodienst van de Raad van Verzet (RVV): een landelijke koepelorganisatie van verzetsgroepen.
Na korte tijd op de Veluwe te hebben gewerkt, kwam Coronel in september 1944 als marconist bij de Amsterdamse radiokring van de Radiodienst. Vanaf verschillende adressen in de hoofdstad verstuurde en ontving hij met zijn zender Arend ruim 2.650 gecodeerde telegrammen naar en van Bureau Inlichtingen in het reeds bevrijde Eindhoven.
Eind december 1944 werd het in verband met moeilijkheden met de stroomvoorziening te ingewikkeld om de zender op een particulier adres te houden. Daarom werd deze overgebracht naar het laboratorium van de patholoog-anatoom dr. J.C. Pompe van het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis in Amsterdam.
Arrestatie en moord
Op 25 februari 1945 vond in het laboratorium een inval plaats door een groot aantal leden van Sicherheitspolizei en de Ordnungspolizei. Het is onduidelijk hoe de Duitsers wisten dat de zender hier stond. Bij het vuurgevecht dat daarop volgde werd Coronel dodelijk getroffen. Enkele dagen later werd zijn stoffelijk overschot begraven in de duinen bij Overveen.
Na de oorlog is hij herbegraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal.
bron: diverse websites waaronder die van de Eerebegraafplaats Bloemendaal
https://www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu/slachtoffer/pierre-antoine-coronel
In het boek “De Eerebegraafplaats te Bloemendaal” staat een uitgebreider verhaal over zijn leven en zijn werk in het verzet. Dit hoofdstuk is hier te lezen.